Jij, het volwassen kind van een ouder met kanker. Ongeveer tachtig procent van alle mensen die kanker krijgen (ruim 100.000 per jaar) zijn ouder dan 60 jaar. En hoe jonger, hoe lager het percentage. Zes procent van alle nieuwe kankerpatiënten is jonger dan 45 jaar en kinderen jonger dan 15 jaar vormen slechts 0,4 procent van alle nieuwe kankerpatiënten. Dat betekent dat een groot deel van de groep naasten volwassen kinderen zijn. Hoe is het dan voor jou als volwassen kind om te horen dat je vader of moeder kanker heeft?
Horen dat je vader of moeder kanker heeft is heftig. Ook als ze al op leeftijd zijn. Bij kanker hoort nog steeds de associatie met dood gaan, al worden de prognoses wel steeds beter. Als volwassen kind krijg je dan vaak de natuurlijke neiging om voor je ouder(s) te gaan zorgen. Ben je enigst kind, of heb je broers en/of zussen, woon je in de buurt van je ouders en natuurlijk de relatie die je hebt met je ouder(s) zijn allemaal bepalend of en hoeveel je voor je ouder(s) gaat zorgen. Misschien zorgde je al voor je ouders, zijn ze op leeftijd en hulpbehoevend of al eerder hulpbehoevend geweest. Misschien is de zorg van jou voor beide ouders, waarvan er één kanker heeft of zorg je voor je alleenstaande vader of moeder. Er zijn dus veel situaties mogelijk. Belangrijk om te noemen is ook dat je een hele hechte relatie kunt hebben met een ouder iemand net als je zou hebben met een vader of moeder. Dat is dan vergelijkbaar en hetzelfde als zorgen voor je ouder(s).
Het zal verschil maken of je wel of niet al gewend was om voor je ouder(s) te zorgen. Het zal dan wat vanzelfsprekender gaan en is er minder verandering van rollen. Maar als je ouders onafhankelijk en heel zelfstandig waren kan ook de relatie die jij met je ouders hebt om aanpassing vragen. Misschien maak je je grote zorgen en wil je iets doen om te helpen, terwijl jou ouders “dank je wel, maar het hoeft niet” en “het lukt wel, komt wel goed, zal niet zo’n vaart lopen”, etc. zeggen. Misschien had je jezelf al geïnformeerd over de kanker en denk je te weten wat de beste arts, ziekenhuis, of behandeling is, maar wil je vader of moeder er niets van weten. Andersom kan ook dat je vader of moeder door de kanker erg in zak en as zit, angstig is en zich heel afhankelijk opstelt. En misschien een groot appel doet op hulp en steun van jou. Of knorrig en humeurig is, somber en depressief. Het kan dus weer heel verschillend zijn per volwassen kind en zijn ouders. Van natuurlijk, soepel en vanzelfsprekend tot onwennig, enigszins stroef en veel aanpassen aan elkaar. Emotioneel is de diagnose kanker en de onzekerheid voor allen belastend en zal de meesten ook uit hun doen halen.
Je hebt een eigen leven met daarnaast zorgen over je zieke ouder en de actie die je daaruit neemt. Misschien ga je vaker langs en reis je daardoor veel omdat jullie niet dicht bij elkaars deur wonen. Misschien verdiep je jezelf ook in de kanker en de behandelmogelijkheden. Misschien ga je mee naar de onderzoeken, behandelingen en de gesprekken met de arts. Het kan heel goed zijn dat je een grote steun bent voor je ouders en dat is fijn, voor jou en je ouder(s). Het kan je helpen je minder machteloos te voelen. Toch zal het je ook belasten. Dat doet kanker altijd, de zorgen die je hebt en de angst je lieve vader of moeder te moeten zien lijden of zelfs te verliezen. Het zal ook veel organiseren van je kunnen vragen. Tussen de taken in je eigen leven, je werk, gezin bijvoorbeeld. Schuiven met je tijd en de afspraken. Vrij nemen om mee te kunnen naar het ziekenhuis, of om vaker langs te kunnen gaan. Waarschijnlijk is er minder tijd om te ontspannen. Wat ook kan is dat er meer zorgen zijn dan die om je ouder(s), misschien zijn er ook problemen en zorgen in je eigen leven. Misschien ben jezelf ook niet helemaal gezond. Al met al kan het hebben van een ouder met kanker je dus erg druk maken en veel van je vragen. Daarnaast kan het je helpen en voldoening geven wanneer je een steun bent voor je ouder(s). Hierin doorschieten en overbelast raken kan op de loer liggen.
Tips
Wees je bewust van je grote behoefte om te helpen en te steunen, maar blijf ook zorgen voor voldoende ontspanningsmomenten voor jezelf. Gemakkelijk gezegd, maar moeilijk soms om te doen, toch is dit heel belangrijk. Omdat in je kracht blijven belangrijk is om juist een goede steun te kunnen zijn en te kunnen blijven. Vraag en accepteer hierin ook steun voor jezelf vanuit de omgeving. Misschien heb je broers of zussen, eigen volwassen kinderen. Probeer het wat samen te doen. Dit geeft ook rust voor je, als je zelf misschien ziek wordt of je (even) overbelast dreigt te gaan voelen.
Let op je eigen grenzen. Vraag je geregeld af hoe het met je gaat. Hoe gaat het met je energie, je stemmingen en wat er vervolgens nodig is of jij zou kunnen gebruiken, om het beter met je te laten gaan.
Kijk ook naar je relatie met je ouder(s). Hoe is de balans. Wat vinden jullie in deze situatie belangrijk en fijn? Wat zouden jullie graag van elkaar willen, wat hebben jullie van elkaar nodig? Praat daarover met elkaar, misschien ook over jullie gevoelens, als dat mogelijk is. Bijvoorbeeld als je het gevoel hebt tekort te schieten, of last hebt van schuldgevoelens, misschien ook over je angst. Blijf bij jezelf, vertel hoe het voor jou. Pas op met zelf invullen hoe het voor je ouder is, en oordeel ook niet. Vraag dan liever hoe het voor je vader of moeder is.